Ons Avondmaalsformulier (1)

Algemene inleiding
Het heilige avondmaal is de plaats waar de kerk des Heeren op aarde geestelijke hoogtijd viert.
Door dit sacrament aan Zijn volk te geven heeft God de kroon gezet op de weldaden van het genadeverbond. Het heilige avondmaal is de plaats waar hemel en aarde het dichtst elkaar naderen. Gods kinderen worden opgeroepen hun Zaligmaker uit de hemel te verwachten met een opgeheven hoofd.
Verleden, heden en toekomst van de heilshistorie ontmoeten elkaar en reiken elkaar de hand.\r\n

Het verleden, want het avondmaal is een herinneringsmaaltijd. Het voert Gods kind in de geest terug naar het centrale verlossingsfeit: de dood van Christus. De bondgenoot zet zich neer aan de tafel om te verkondigen de dood des Heeren. Het avondmaal is voor hem een gedenkteken, een monument, van het grote heilswonder waardoor God en mens zijn verzoend. Door de dood van Christus is God verzoend, bevredigd in Zijn heilig recht. De symboliek van het avondmaal roept hem dat ontzaglijke sterven in herinnering en stelt hem het vreselijke en toch zalige kruis voor de geest, zodat hij het kruis ziet en gelooft in de Zoon van God.
Daarom is het avondmaal de maaltijd van het geloof.
Maar ook voor het heden spreekt dit heilige sacrament een getuigenis. Immers het is de maaltijd van het genadeverbond, waar God en mens elkaar ontmoeten; de mens om aan zijn God de gehoorzaamheid van het verbond te bewijzen, en God om aan de mens de genadegoederen van het verbond te schenken. Door dit samenzijn aan éénzelfde tafel wordt het verbond bevestigd, bestendigd, verinnigd. Het pelgrimsvolk rust een beetje in de koele schaduw van Elims palmen en drinkt met diepe teugen het frisse water uit de fonteinen van het heil. De erfenis wordt gesterkt als zij moe en afgemat is geworden. Hier wordt het psalmwoord verstaan:

Hoe groot is Uw goedgunstigheid!
Hoe zijn Uw vleugels uitgebreid!
Hier wordt de rust geschonken.
Hier ”t vette van Uw huis gesmaakt.
Een volle beek van wellust maakt
Hier elk in liefde dronken.

Daarom is het avondmaal de maaltijd van de liefde.
Maar ook voor de toekomst heeft het avondmaal zijn betekenis. Het roept de bondgenoot om de dood des Heeren te verkondigen totdat Hij komt, en het spoort hem dus aan vooruit te turen naar die grote dag, dat Jezus zal komen als Koning, als Rechter, als Bruidegom. Als Bruidegom!

Ja, want de liefdesgemeenschap die aan het avondmaal wordt gesmaakt, is niet slechts de liefdesgemeenschap tussen God en Zijn bondsvolk, maar ook die tussen Christus en Zijn duur gekochte kerk op aarde. En die kerk staat tot de Christus Gods in verhouding als een bruid tot haar bruidegom. Het avondmaal waar Christus Zijn bruidskerk doet aanzitten, is daarom het feest van de ondertrouw, dat straks zich zal oplossen in de eeuwige bruiloft van het Lam.
In het verleden van Christus” kruisdood ligt het heden van de liefdesgemeenschap met Hem, en ook in het zalig nú ligt wat eens worden zal. Het avondmaal is profetie en onderpand van het eeuwige leven bij God. Het is afschaduwing en symbool van het eeuwige bruiloftsfeest met de verheerlijkte Mensenzoon. Het opent voor de moede pelgrim de toekomst van de nooit eindigende vreugde, die geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord en die in het hart van een mens nooit is opgekomen. E poort der gerechtigheid opent zich. Waardoor ”t rechtvaardig volk ingaat.

Terugwijzend naar de zeer diepe vernedering en de hellesmaad aan Gods Zoon aangedaan, wijst het avondmaal vooruit naar de wederkomst van Christus. Het wijst heen naar de verheerlijking waarin Hij Zijn volk zal doen delen. Het avondmaal verbindt de dood met het leven, de nacht met de morgen, het kruis met de kroon. En daarom is het ook een maaltijd van de hoop.
Wat een wonderlijke symmetrie!

Naar het verleden terugwijzend is het avondmaal een herinneringsmaaltijd en versterkt het daarom in het geloof. Wat het heden aangaat, is het een verbondsmaaltijd en bevestigt het Gods kinderen in de liefde. En naar de toekomst heen wijzend is het een profetische maaltijd en vermeerdert het daarom de hoop. Zo blijft dan geloof, hoop en liefde, doch de meeste van deze is de liefde.

Het Avondmaalsformulier
Dat komt tot uitdrukking in het formulier om het Avondmaal des Heeren te houden.
Alleen al om de hoge geestelijke waarde van dit rijk symbolische sacrament verdient het ”Formulier om het Heilig Avondmaal te houden” meer dan gewone opmerkzaamheid.
Het staat wel vast dat van al onze formulieren er niet één is waar de toon van de zuivere bevinding zo mooi en innig klinkt als in het formulier voor de viering van des Heeren Avondmaal. Daarom verwondert het ons niet dat de ziel van Gods volk telkens in haar diepste roerselen reageert, wanneer de aloude taal van dit echt bevindelijke formulier wordt gehoord en verstaan. Alleen daarom al is het nodig om er bij stil te staan. Uiteraard is het ook van groot belang om aan de hand van het formulier de vraag te beantwoorden voor wie het Avondmaal des Heeren is ingesteld en wat er nodig is om aan het Avondmaal deel te nemen. Daarbij komt de vraag aan de orde wat kennis van Christus is en wat aangaande die kennis nodig is om met vrucht aan het Heilig Avondmaal deel te nemen.
Er is nóg een reden waarom een bespreking van het formulier nodig is. Ook al schijnt de taal van het formulier op zich nog zo eenvoudig en klaar, wij mogen nooit vergeten dat deze taal eeuwen oud is en menige uitdrukking alleen maar in het historische milieu van die vroegere eeuw kan worden verstaan. Het formulier is in de goede zin van het woord een kind van zijn tijd en draagt daarom het stempel van die tijd. De strijd, de geestelijke toestand, het kerkelijke leven van die dagen spiegelt zich in het formulier af. Wie dit voorbijziet, kan nooit tot de eigenlijke geest van het formulier doordringen.
Ook om zijn liturgische schoonheid bekleedt het avondmaalsformulier een waardige plaats in de rij van de kerkelijke geschriften. En het is een kenmerkende trek ook van dit formulier, dat het zo door en door schriftuurlijk is. Het begint met een brede aanhaling uit I Korinthiërs 11 en laat daarmee de Schrift zelf aan het woord komen en doet zo de gemeente gevoelen: de taal die wij spreken, is de taal van het eeuwige Woord van God. Het is niet onze taal, niet het woord van Paulus. In de dankzegging laat het de machtige taal van de 103de psalm spreken. En niet alleen citeert het formulier de Schrift, maar het vertolkt ook de Schrift naar haar diepste gedachten. Het legt het heilgeheim van Jezus” borgtocht in zijn teerste glans bloot. Het laat de gerechtigheid zien die door het geloof onze gerechtigheid wordt. Het onthult het geheim van de verzoening door Christus” bloed en het laat daardoor het hart van het evangelie spreken.

Het formulier heeft een betekenis voor de kerk van de Reformatie die niet licht overschat kan worden. Omdat het in onbedrieglijk zuivere klanken de leer van vrije genade laat spreken, heeft het er in niet geringe mate toe bijgedragen, dat ons Nederlandse volk in zijn kern bewaard is gebleven bij de aloude waarheid, die in het wachtwoord der Hervorming zich uit: de rechtvaardige zal door zijn geloof leven. Al is het formulier niet in de eigenlijke zin van het woord een belijdenis, toch heeft onze kerk eeuwen lang door dit formulier beleden wat naar haar innige overtuiging de zondaar kan redden en God kan verheerlijken.
Er is van het avondmaalsformulier, ook in dagen van inzinking en afval, een bewarende en opbouwende kracht uitgegaan. Hoe het ook in de prediking menigmaal was verdonkerd: hier bleef het oude goud nog schitteren in ziel-bekorende glans. Zelf kostbare vrucht van de Reformatie heeft het op zijn beurt reformerend ingewerkt op ons volksleven en er op zijn manier toe meegewerkt dat de oude banier van het kruis is blijven staan in ”de lage landen bij de zee”.

Verder: hoe krachtig en gedetailleerd is het formulier waar het de ergerlijke zonden noemt die de mens verplichten om zich, zolang hij in die zonden leeft, van de Tafel des Heeren te onthouden, opdat zijn gericht en verdoemenis niet des te zwaarder worden. Hier wordt het kwade bij de naam genoemd en openlijk gesignaleerd, en hier tonen onze vaderen, dat zij het niet alleen nauw nemen in de leer, maar ook streng zijn in het leven. Niet alleen dogmatisch (leerstellig) maar ook ethisch (praktisch) geeft de bazuin der Hervorming een zeker geluid.
Na de krachtige taal van vermaning, waarin we niet in het ongewisse worden gelaten over de vraag wie de ware Avondmaalganger is en waarin we ernstig worden gewaarschuwd voor zelfbedrog aan de hand van de drie stukken van de zelfbeproeving, wordt er roerend teer op de evangeliefluit gespeeld om het bezwaarde en verslagen hart van de gelovigen op te beuren! Hoe lieflijk klinkt daar de toon van vertroosting voor wie bedroefd zijn vanwege hun zonden! Hoe bemoedigend en uitnodigend is daar het formulier voor wie aarzelend van verre staan! Het formulier is opgesteld voor de meer bevestigde gelovigen, maar uit sommige gedeelten zien wij dat het formulier terdege rekening houdt met zwakgelovigen en deze vaderlijk onderwijst. Het ademt de taal van Hem Die Zijn hand tot de kleinen wil wenden en Die de lammeren in Zijn armen wil dragen.
U hoort telkens weer evangelisch pleiten en nodigen opdat ook de wankelmoedige door de vrijmoedige geest zou worden ondersteund. Het kruis van Christus wordt in al zijn dierbaarheid voor de ogen van de gemeente geschilderd. Christus in al Zijn heerlijkheid en algenoegzaamheid wordt de kleinmoedige naderbij gebracht.

Het formulier is sierlijk van vorm; een bewijs dat onze vaderen ook in die zin Schriftuurlijk wilden zijn dat zij de schoonheid van de Schrift op hun werken zochten over te dragen. Uit oogpunt van taal en vorm kan het avondmaalsformulier de toets doorstaan. Juist in zijn eenvoud is het prachtig, en in zijn soberheid welsprekend. De taal wordt verheven als het het lijden van Christus in fijne trekken uitbeeldt en bij elke stap op de lijdensweg ook het doel en de vrucht van dat lijden wordt genoemd.

Het deel dat begint met: ”Voornamelijk, toen de last van onze zonden en van Gods toorn Hem het bloedige zweet heeft uitgedrukt”, is een van de prachtigste passages die onze liturgie kent. Het eindigt met dat ontzaglijke: ”En Hij heeft Zich vernederd tot in de allerdiepste versmaadheid en angst der hel, met lichaam en ziel, aan het kruishout, toen Hij riep met luide stem: ”Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?”, opdat wij tot God genomen zouden worden, en nooit door Hem verlaten zouden worden.”
Als een deugd van het formulier mag ook worden aangemerkt de complete afwezigheid van alle polemiek, van alle strijd tegen dwalingen. Het formulier strijdt niet en verwijt niet, maar ontwikkelt rustig en statig de avondmaalsleer van de gereformeerden, alsof er geen leerstellige tegenstanders bestonden. Die waren er zeker wel in die tijd. De opstellers gaven hierdoor blijk van fijn gevoel. Want in het bijzonder wanneer de ziel zich voorbereidt om haar God ter ontmoeten aan zo”n heilige plaats, dient alles te worden vermeden wat haar van God kan afleiden tot de mens of wat het gemoed tot strijdlust kan verhitten. Aan deze tafel moet alles rust en vrede ademen. Hier nadert God tot Zijn volk in het suizen van een zachte koelte. En het hart dat werkelijk met God in innige omgang wil komen, moet in stilheid en vertrouwen zijn sterkte zoeken. Zo verschijnt het avondmaalsformulier dus voor ons al duidelijker als een model van liturgische schoonheid.

Oorsprong en indeling van het formulier
Het formulier is door Petrus Datheen ingevoerd in ons land. Het is overgenomen uit de kerkorde van de Palts. Op gezag van Frederik de Vrome werd in 1563 een kerkorde ingevoerd, die sterk georiënteerd was op Genève.
Het formulier voor het Heilig Avondmaal is opgesteld door Caspar Olevianus. Deze stelde zich in verbinding met Calvijn en raadpleegde ook andere formulieren. Bepaalde passages zijn van de hand van Olevianus zelf, ook de instellingswoorden. Door de arbeid van Olevianus is het Avondmaalsformulier tot een geschrift gemaakt dat met alle verwante formulieren wedijveren kan.

Het formulier valt in twee delen uiteen:

1) Leerstellig of didactisch deel
a) Aanspraak
b) Inzettingswoorden
c) Leer zelfbeproeving
i) Ellende
ii) Verlossing
iii) Dankbaarheid
d) Pastoraal gedeelte
e) Doel Heilig Avondmaal
i) Tot Zijn gedachtenis
ii) Gemeenschap met Christus
2) Ritueel of liturgisch gedeelte
a) Gebed
b) Bediening
c) Dankgebed

De aanspraak
De aanspraak is teer. ”Geliefden in de Heere Jezus Christus” en ”onz Heer Jezus Christus”. Zo spreekt de apostel de gemeente aan. Hij wist wel dat er kaf onder het koren was, maar hij was zich er ook van bewust dat hij geen hartenkenner was. We kunnen hieruit ook leren dat als de gemeente samenkomt het niet zomaar is een evangelisatiebijeenkomst of een verzameling van mensen, maar de gemeente Gods komt bijeen.
De huiver omd eze formulering in de praktijk van het gemeenteleven te gebruiken komt voort uit het misbruik dat daarvan zou kunnen worden gemaakt. Men zou kunnen denken dat allen die samenkomen behoren tot de ware kinderen van God.

De instellingswoorden
Heel eenvoudig wordt het Woord na gesproken. Het Avondmaal is geen mysteriedienst, het heeft niets geheimzinnigs. Wat brood en wijn tot een sacrament maakt is de inzetting van Christus. Voor en na de dienst is het gewoon brood en wijn.
Het is een inzetting van Christus Zelf. Het brengt in herinnering wat we lezen in Matt. 26:26-28, de laatste nacht voor Zijn kruisdood. De Paasmaaltijd is gegeten: het lam, de ongezuurde koeken en de bittere saus. Het is een herinnering aan de uitleiding uit Egypte, toen de verderfengel rondging en de eerstgeborenen van Egypte werden gedood. Een verschrikkelijke nacht. Nu is het weer een verschrikkelijke nacht: Het Paaslam wordt geofferd. ”Dit is uw ure en de macht van de duisternis” heeft Christus gezegd.
– Verleden: tot Mijn gedachtenis

– Heden: eten en drinken tot versterking van het geloof
– Toekomst: verkondigt de dood des Heeren totdat Hij komt.

– Waarschuwing: onwaardiglijk: Avondmaal heilige instelling.
– ontaarding avondmaalsviering Korinthe (1 Kor. 11:17-22)
– een oordeel (men krijgt geen zegen, maar het oordeel: oordeel verharding; eenmaal tegen ons getuigen).