Oordeel niet

OORDEEL NIET                                                                                                                 Lezen: Mt.7:1-12

  1. We gaan eerst na wat met ”oordeelt niet” niet bedoeld wordt.
  2. Wat betekent ‘oordeel niet’ dan wel?
  3. Vervolgens bespreken we waarom we niet mogen oordelen.
  4. Tenslotte komt aan de orde op welke wijze we wel moeten oordelen.

    1.    Wat wordt met ‘oordeelt niet’ niet bedoeld?

-Mag een rechter niet over een dief oordelen en hem om zijn daad veroordelen? Ja dat moet hij zelfs doen. Hij moet straffen degene die kwaad doet (Rom.13:4).

-Mag een kerkenraad een gemeentelid dat in leer of leven afwijkt niet onder censuur zetten? Ja dat moet hij zelfs doen. De Heere Jezus zegt: zeg het der gemeente, de ouderlingen van de gemeente (Mt.18:17).

-Mag u niet oordelen over de prediking? Ja dat moet u zelfs doen. In dit hoofdstuk waarschuwt de Heere Jezus dat u op moet passen voor valse profeten (Mt.7:15). Beproeft alle dingen (1 Thess.5:21). De kanttekening merkt daarbij op dat we de boodschap van de leraars, de predikanten, moeten toetsen aan Gods Woord.

In Beréa waren ze edeler van gezindheid dan die te Thessalonica, omdat zij de onderzochten of de prediking van Paulus in overeenstemming met de Schrift was.

-Mag u niet oordelen over een lid van de gemeente dat in leer of leven afwijkt? Ja dat moet u doen. De Heere Jezus zegt dat u hem moet bestraffen (Mt.18:15).

-Mag een kind van God niet oordelen of iemand de Heere vreest? Ja want anders kan hij nooit de gemeenschap der heiligen ervaren. Als het goed is, herkennen kinderen van één Vader elkaar.

Als Paulus aan de Filippenzen schrijft, schrijft hij ‘aan al de heiligen in Christus Jezus die te Filippi zijn’. Hij oordeelt dus over de gemeente in positieve zin.

Ter afronding van dit deel.

Oordelen, een oordeel vormen heeft een tweevoudige uitwerking. Een rechter oordeelt op grond van de feiten. Hij kan iemand vrijspreken of veroordelen. Oordeel niet, betekent niet dat we nooit mogen oordelen. We moeten in vele gevallen oordelen, anders kunnen we de zondaren niet terechtwijzen. Het zou juist liefdeloos zijn anderen niet te waarschuwen vanwege hun zonde. Het betekent ook niet dat kinderen van God niet mogen oordelen over het geestelijke leven van een ander, want dan zou er geen gemeenschap der heiligen mogelijk zijn.

2.    Wat betekent ‘oordeel niet’ dan wel?

De kanttekening merkt terecht op dat we niet lichtvaardig, ongegrond of uit haat mogen oordelen (kantt.).

We mogen niet zomaar een ander veroordelen. In vers 3 staat dat het om een broeder gaat. Volgens Bijbelse gewoonte hoort daar de zuster van de gemeente bij. We mogen niet zomaar een lid van de gemeente veroordelen.

Een voorbeeld uit de Bijbel van iemand die lichtvaardig oordeelde, is David. Een kind van God die zomaar Mefiboseth, de kleinzoon van zijn schoonvader Saul veroordeelde. David was op de vlucht voor zijn zoon Absalom. Ziba, de knecht van Mefiboseth, kwam hem op zijn vlucht achterna en gaf David eten en ezels. Toen vroeg David aan Ziba: waar is Mefiboseth? Ziba antwoordde vals: die is in Jeruzalem gebleven, want hij denkt dat het volk van Israël hem het koninkrijk van zijn opa Saul zal teruggeven (2 Sam.16:1-4). Zonder nader onderzoek geloofde David wat deze knecht zei en gaf aan Ziba al de bezittingen van Mefiboseth. De werkelijkheid was echter dat Mefiboseth vanaf de dag dat David gevlucht was vol van verdriet was. Hij waste zijn voeten en zijn kleding niet meer, hij schoor zijn baard niet meer als teken van grote rouw (2 Sam.19:24). David veroordeelde Mefiboseth, zonder hem zelf gezien en gesproken te hebben.