Oud en Nieuw

Oudejaarsavond

Openbaring 21 : 6a

Het is geschied.

31 december: de laatste dag van het jaar. Een jaar van 365 dagen is voorbij gevlogen. We zijn aan het einde van het jaar voor we er erg in hebben. Nu is de oudejaarsdag een dag van betekenis; een dag van herdenken, waarbij onze gedachten terug gaan naar al hetgeen in het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden. We moeten echter ook acht geven op wat de Heere juist dan heeft te boodschappen. Hij laat horen op de oudejaarsdag: “Het is geschied”. Dit getuigt de Heere tot u en mij. Onze gedachten zijn geuit, onze woorden gesproken, onze daden verricht. Niet één gedachte kan herroepen, niet één gesproken woord kan teruggenomen, geen enkele daad kan ongedaan gemaakt worden. Het afgelopen jaar is geen blank stuk papier, dat nog volgeschreven moet worden, maar het is reeds volgeschreven en zoals het volgeschreven is, zo blijft het staan. Het is geschied. Wanneer op de oudejaarsavond de klok haar twaalf slagen laat horen, ligt het jaar weer achter ons en we kunnen het nimmer overdoen. Het ligt achter ons met al de bedreven zonden, al de boezemzonden, alle ontrouw, het vergeten van God, de liefdeloosheid, het ongeduld, de ondankbaarheid, de vermaningen en waarschuwingen en de zegeningen en weldaden des Heeren. Dat dit ons door genade aangrijpen moge !  Wanneer dit gebeurt, dan is er de gestalte en de gang van de verloren zoon. Dan zal er zijn: ootmoedig schuldbesef en oprechte schuldbelijdenis. Maar ook het smeken om schuldvergevende genade des Heeren. Die genade verkrijgt een boetvaardig zondaar.

Welk een verwondering vervult zijn hart, als hij delen mag in de vrucht van Christus’ triumfwoord, Die aan het vloekhout des kruises beleed: “Het is volbracht”. Zijn zoenoffer is Gode welbehagelijk, omdat Hij in Zijn sterven aan Gods heilig recht volkomen heeft genoeg gedaan. Door Zijn kruisdood heeft Hij verworven: het leven, de gerechtigheid en de eeuwige zaligheid. Door Hem verkrijgt een schuldige, boetvaardige zondaar vrede, vergeving en genade. Vergeving ook over het bedreven kwaad van het afgelopen jaar en genade om, hopend op de Heere, het nieuwe jaar tegemoet te gaan.

 

Nieuwjaarsmorgen

Openbaring 21 : 6b

Ik ben de Alpha.                                                                             

1 januari: de eerste dag van het nieuwe jaar, n.l. het jaar onzes Heeren. Niet één mens heeft deze eerste dag gesteld, maar de Heere, Die daarom laat horen: “Ik ben de Alpha.” De Eerste, het Begin. Alles zal zich in het nieuwe jaar ontwikkelen naar Zijn wil en onveranderlijke raad; in de wereld, onder de volkeren, in de kerk, in ons gezin en in ons leven. De Heere regeert immers en beschikt alles op dit benedenrond. Hij spreekt en het is er, Hij gebiedt en het staat er en leidt alles tot een Hem verheerlijkend einde. Welgelukzalig is de mens, die de Alpha nodig heeft van dag tot dag en die in ware afhankelijkheid van de Heere zijn weg gaat. Zulk één zal in het nieuwe jaar ondervinden Wie de Heere is en dat Zijn hulp en bijstand zal blijken. Zijn leiding en lering zal bemerkt worden zodanig dat Hij het dan in alle levensomstandigheden wel maakt. Dat in ons hart leven moge op de nieuwjaarsmorgen: “Heere trek uit genade met ons op en doe Uw aangezicht over ons lichten”. Wanneer dat onze hartelijke begeerte zij, dan zal het jaar onzes Heeren geen vruchteloos jaar zijn. Dan zal ondervonden worden, omdat de Heere de Alpha is: “Ik zal u onderwijzen en u leren van de weg, die gij gaan zult; Ik zal raad geven; Mijn oog zal op u zijn.”

L. Blok