Waar en hoe laat?
Fijn dat u een kerkdienst wilt bezoeken. Elke zondag hebben we een ochtend- en een middagdienst. De diensten beginnen om 10.00 en om 16.30 uur en duren ongeveer anderhalf uur. Om zeker te weten of er een dienst is op deze tijden, kunt u het beste even doorklikken naar tijden kerkdiensten.
Een plaats vinden
Onze kerk staat op de hoek van de Merellaan en de Rivierweg. Als u de Elimkerk binnenkomt via de hoofdingang (Rivierweg) zal één van onze gastheren of gastvrouwen u ontvangen en vragen of hij/zij u kan helpen. Hij of zij geeft u een Bijbel en loopt met u mee naar de lift of de trap om u naar de kerkzaal te brengen die op de eerste verdieping is. Daar krijgt u een zitplaats toegewezen. Als u het op prijs stelt, komt er iemand naast u zitten om tijdens de dienst zo nodig iets toe te lichten.
Voor de dienst begint
Vanaf ongeveer een half uur voor de dienst komen de mensen de kerkzaal binnen. De organist begint een kwartier voordat de dienst begint op het orgel te spelen. Links voorin de kerk hangt een bord waarop staat aangegeven welke psalmen gezongen zullen worden en welk Bijbelgedeelte er zal worden gelezen.
Als de organist stopt met spelen komt de kerkenraad vanuit een deur links achter in de kerk naar binnen. De ouderling van dienst loopt voorop. Hij brengt de predikant naar de kansel. Onderaan de kansel geven de predikant en de ouderling van dienst elkaar een hand en wensen elkaar de zegen toe. Daarmee geeft de ouderling de leiding van de dienst over aan de predikant.
Het stille gebed voor de kerkdienst
Als de leden van de kerkenraad hun plaats hebben ingenomen gaan de meeste mannelijke leden van de gemeente staan om een stil gebed te doen. De vrouwen blijven zitten en doen ook een gebed.
De zegen voor de dienst
Als alle mannen weer zitten (de ouderling van dienst staat dan inmiddels achter de katheder aan de rechterkant van het podium) begint de dominee de dienst door een zegen over de gemeente uit te spreken.
Wetslezing of geloofsbelijdenis en het lezen uit de Bijbel
Na de zegen geeft de dominee een psalm op die we samen zingen. Als de psalm gezongen is, kondigt de predikant aan welk Bijbelgedeelte er gelezen wordt. ’s Morgens wordt, voorafgaand aan het te lezen Bijbelgedeelte, de Wet van de Tien geboden gelezen. Na het voorlezen van de wet wordt er opnieuw een psalm gezongen. ’s Middags wordt voorafgaand aan het te lezen Bijbelgedeelte de Apostolische geloofsbelijdenis gelezen. Ook dit wordt afgesloten met het zingen van een psalm. Als de ouderling van dienst (hij bracht de predikant naar de kansel) het Bijbelgedeelte gelezen heeft gaat ook hij in een kerkenraadsbank zitten.
Het grote gebed
Na het lezen van het Bijbelgedeelte is er het zogenaamde gemeenschappelijke gebed. De predikant spreekt dit vrije gebed uit, terwijl de gemeenteleden in hun harten meebidden.
Voorafgaand aan dit gebed worden in de morgendienst de namen genoemd van de (ernstig) zieken waarvoor speciaal gebeden zal worden. Voor ontvangen zegeningen, zoals de geboorte van een kind, een huwelijksjubileum of een ontslag uit een ziekenhuis, etc. wordt God gedankt. Verder bidt de predikant om een zegen over de preek. In de middagdienst wordt gebeden voor zending, evangelisatie en onze (plaatselijke) overheid. Het is de bedoeling dat de gemeenteleden de zorgen die in het gemeenschappelijk gebed aan de Heere voorgelegd worden ook meenemen in hun dagelijkse gebeden. Het gemeenschappelijk gebed duurt ongeveer een kwartier. De kerkenraadsleden en een aantal mannelijke leden gaan tijdens het gebed staan. Het staat u vrij om zittend, dan wel staand het gebed mee te doen.
Zingen en collecte
Na het grote gebed geeft de predikant een psalm op en noemt hij de doelen waarvoor zal worden gecollecteerd. Tijdens het inleidende orgelspel en het zingen van de opgegeven psalmverzen halen de diakenen de giften op. Dat doen ze door drie collectezakken door te geven aan de mensen die in de kerk zitten (elke zak heeft een eigen doel). Iedereen, dus ook u, geeft de zak weer door aan degene die naast hem/haar zit. Het staat u natuurlijk vrij om wel of niet iets te geven.
De preek
Als de opgegeven psalmverzen gezongen zijn en de diakenen weer in de banken zitten neemt de predikant het woord. Hij geeft dan eerst aan welke tekst hij als uitgangspunt voor zijn preek neemt. Meestal heeft hij een thema dat hij onderverdeelt in drie aandachtspunten. Vervolgens begint hij de preek. Hij begint de preek meestal met een uitleg over de gekozen tekst. Vanuit die uitleg trekt hij ook lijnen naar het leven van alle dag en geeft hij vooral aan wat de tekst ons leert over het dienen ván en het leven mét de Heere God. Na de behandeling van het tweede aandachtspunt wordt er opnieuw gezongen. Na dit zingen wordt nog het derde aandachtspunt behandeld. Vaak herhaalt de dominee dan nog een keer het thema van de preek en de punten die al behandeld zijn. De preek eindigt met het woordje: Amen.
Het eindgebed, de mededelingen en de slotpsalm
Na de preek gaan opnieuw de kerkenraadsleden en een aantal mannelijke leden staan voor het eindgebed. Aansluitend doet de predikant namens de kerkenraad nog een aantal mededelingen en geeft de slotpsalm op. Als de slotpsalm gezongen is, spreekt de predikant een zegen uit over de gemeente en verlaat hij de kansel. Onderaan de kansel krijgt hij een hand van de ouderling van dienst. De predikant en de ouderling van dienst wensen elkaar daarbij de zegen toe. De kerkenraad verlaat daarop als eerste de kerkzaal. Alle kerkenraadsleden geven bij het binnenkomen van de kerkenraadskamer de predikant een hand en wensen elkaar de zegen toe. Daarna begint het orgel te spelen en verlaten alle mensen de kerkzaal.